Over catastrofen

Over het werk van de Duitse absurdist Hermann Harry Schmitz, “der Dandy vom Rhein”.

De korte verhalen in Das Buch der Katastrophen verlopen volgens een vast stramien: een alledaagse situatie mondt uit in totale chaos. Welkom in het hoofd van Hermann Harry Schmitz (Düsseldorf, 1880), “der Dandy vom Rhein”. Hoofdpersoon is meestal een neuroot of nietsnut. Diens krampachtigheid, ijdelheid en apathie vormen het voorprogramma van de catastrofe. Vader leent het gekoesterde zondagse voorleesboek aan zijn baas. Een dandy meldt zich bij de beroemdste kapper van de stad. Maar het zijn hun goede eigenschappen die de boel uit de hand laten lopen: zelfbeheersing, beleefdheid, bescheidenheid. Als vader eindelijk zijn boek terug durft te vragen, is het onherkenbaar beschadigd. Hij springt uit het raam. De dandy is niet bestand tegen de heilige roem van zijn kapper. “Godzijdank kreeg ik een beroerte.” Wie het warme Zuiden opzoekt, is net zo goed verloren. Na een moeizame treinreis (“Ik had die laatste twee flessen Rüdesheimer beter achterwege kunnen laten. Ook die zeven cognac waren niet nodig”) wacht onze reiziger geen troost: “Om bij twee graden onder nul, als een scherpe wind u een mengsel van sneeuw en regen om de wangen slaat, in een witte flanellen broek, met een jasje van ruwe zijde en een panamahoed, zonder overjas rond te lopen, is ook in Italië niet gepast.”

 

Op 8 augustus 1913 joeg Schmitz een kogel door zijn kop. De wanhoop die zijn hoofdpersonen bevriest, terwijl alles om hen doordraait in razernij; it’s funny because it’s true.

 

De gruwelijke climax van zijn verhalen is volstrekt geloofwaardig. Zijn catastrofen zijn inmiddels een eeuw oud, maar het gedrag dat hij nauwgezet optekende is niet veranderd: het peperdure gelul van kuuroordartsen; bejaarde tantes die tot tien keer toe dezelfde vraag stellen; de gratuite machtsuitoefening van lokettisten. Men neme Schmitz aandachtig tot zich, met woordenboek. Want overal kan een grapje schuilen. De deurwaarder neemt niet alleen de platenspeler, de koekoeksklok en acht flessen advocaat mee, maar ook de Haussegen: de tegelspreuk boven de open haard.

 

De boeken van Schmitz zijn te bestellen via www.hermann-harry-schmitz.de. In antiquariaten is de Nederlandse vertaling van Gerrit Komrij, ‘Katastrofale verhalen’, nog te vinden.

 

NRC Handelsblad, 9 maart 2007

beeld: Haussegen omstreeks 1900.
naschrift: een tegelspreuk zie je vaak in Nederland, de Duitse Haussegen staat eerder op papier of hout geschreven.